The Jumping Jewels (Den Haag)

Bezetting 1960-1965:

Hans van Eijk (sologitaar)

Tjibbe Veelo (slaggitaar)

Joop Oonk (basgitaar)

Frits Tamminga (drums) 1960-1963

Kees Kranenburg Jr. (drums) 1963-1965

Johnny Lion (zang)

 

De Jumping Jewels hebben moeten opereren in een tijd waar de basgitaar in het begin nog niet bestond, waar Fenders iets uit een sprookje waren en gitaarversterkers zelf gebouwd werden. Waar de opnameapparatuur bestond uit 2-sporenrecorders en de afluistering uit zelfbouwspeakers (Phonogram). Waar alles dat harder klonk als één Watt door de opnametechnici als 'afschuwelijk' werd betiteld en deze heren geen popmuziek hoefden op te nemen als ze principiële bezwaren tegen elektrische gitaren hadden. In het begin der 60-er jaren moesten The Jumping Jewels opboksen tegen de gevestigde orde van de populaire muziek in Nederland en als het kon trokken enkele daarvan tijdens optredens de stekkers uit de versterker (Kurhaus 1962).

The Jumping Jewels hebben de weg gebaand hadden voor veel groepen na hun. De gages konden toen plotseling omhoog, de kleedkamers werden verbeterd en de belastingdienst accepteerde dat ook popartiesten een auto voor hun werk nodig hadden